Ik zag dat het goed was (buiten het eerste half uur). Met één oog op de televisie waar ik Dina Tersago en Andy Peelman in ‘Ze zeggen dat’ zag bewijzen dat het properste openbare toilet NIET het laatste in de rij is, maar wel het eerste, gevolgd door Jennifer Heylen in ‘De slimste mens ter wereld’ die de hoogste score OOIT behaalde (661sec), keek ik met mijn andere oog via TV Vlaanderen op mijn slimme telefoon en was ik getuige hoe onze Red Flames er 4 voorbij een grabbelende Zwitserse doelvrouw binnen vlamden. Proficiat!

Door het bekijken van het bij wijlen wervelende voetbal en het aanschouwen van de honger en de gretigheid van onze dames, en mede door het recentelijk neerstrijken op de camperplaats van een nogal sportieveling, trok ik rond de middag (we lunchen in Spanje maar om 15u) mijn stoute ‘loop’ schoenen aan om een uurtje rustig te joggen. Daags voordien was ik, gestimuleerd door Wout Van Aert, de bergen ingetrokken met mijn MTB (Mountainbike). Veel keuze om te fietsen hebben we hier niet. Door de strenge corona maatregelen hier in Spanje zijn we inzake verplaatsingen voorlopig nog tot 10 december beperkt tot de gemeentegrenzen van Rincon de la Victoria, de stad waar wij verblijven. Dit leidt tot absurde situaties: ons vlakbij gelegen warenhuis Mercadona ligt net in een andere gemeente zodat wij nu 3 km moeten stappen om onze inkopen te doen. Dat het hier menens is kon ik gisteren aan den lijve ondervinden: 4 politie controleposten ben ik tegengekomen, waarvan eentje zelfs met zwaarbewapende militairen die alle autoverkeer lieten stoppen.

Mijn fiets bracht me gisteren dus tot aan de geschatte stadsgrenzen. Dit op soms steile (>20%) geasfalteerde wegen, maar meestal op onverharde of grintwegen die na enkele honderden meters dan doodlopen op een huis, een drooggevallen beek, een groot ijzeren hekken of een omzoomde avocadoplantage. Zoeken naar het juiste pad kostte me zeker de helft van mijn 3 uur durende rijtijd. Maar dat was gisteren. Vandaag dus de looptraining. Ik keek nog even over mijn schouder naar mijn teerbeminde die al druk in de weer was om met haar culinaire gaven ervoor te zorgen dat ik terugkwam J. De hoek van de camperplaats om en ik liet mijn fiets de helling afglijden voorbij een groepje gemeente arbeiders die twee totaal vervallen krotten aan het dichtmetselen waren om zo te verhinderen dat daklozen er hun intrek zouden in nemen. De droge rivierbedding bracht me iets verder tot aan de oever van de Middellandse Zee. Een verlaten en perfect glad getrokken strand onder een straalblauwe hemel, enkele vissers en een handvol stappers op weg langs het  17 km lange pad richting Malaga. Hier ga ik rechtsaf, wind op kop, een stevige. Tijd om te stretchen. Belangrijk op mijn toch niet meer zo jonge leeftijd die me alsnog geen voorrang verleent op een corona vaccin. Terwijl ik daar zo alleen voor het oog van enkele schaarse toeristen heel mijn repertoire bovenhaalde aan stretchoefeningen die ik me nog herinnerde uit mijn lang vervlogen voetbalcarrière, vroeg ik mij af of mijn dochter, zoon en schoonzonen ook zo’n krampachtige en vreemde smoelen trekken wanneer ze opwarmen vooraleer ze daar in het verre West-Vlaanderen hun Strava activeren om dan afstanden en tijden neer te zetten die ik enkel en alleen maar kan evenaren met de … fiets.

Enfin, nu het echte werk. Vijf kilometer heen, vijf terug. Let wel: van Chiringuito (strandbar-restaurant) tot Chiringuito. Of zo’n 300 à 400 meter lopen om dan 100 meter te stappen. Kwestie van het vol te houden. Het ‘liep’ vlot, tot het jammer genoeg fout ‘ging’. Ik voelde ‘iets’ maar dacht bij mezelf ‘Ach, het is maar 100 meter meer tot aan de volgende bar/rustpunt’. Vijf meter verder een stekende pijn in mijn kuit als een elastiek die overspannen werd. En terwijl anderen, gelijkgestemden, zo soepel en probleemloos voorbijsnelden, nam ik plaats op een bankje onder het mom om van de zon en het uitzicht te genieten. De lange hinkende lijdensweg terug, MET mondmasker, want hier moeten wij overal een mondmasker dragen (tenzij bij het sporten maar dat was het nu natuurlijk niet meer), verliep niet meer langs de kustlijn maar door de achterstraatjes om alle meelijwekkende blikken te vermijden. Kom ik daar toch wel die sportieve sportieveling op zijn fiets tegen zeker… 

Tja, de tijd zal terug haar werk moeten doen. Maar wel geholpen door de culinaire medicijn van mijn vrouwtje dat klaarstond bij mijn terugkomst…

Ik kan tenslotte afsluiten zoals ik begonnen ben :

Ik zag dat het niet goed was (buiten het eerste half uur).

Ik zag dat het goed was (buiten het eerste half uur). Met één oog op de televisie waar ik Dina Tersago en Andy Peelman in ‘Ze zeggen dat’ zag bewijzen dat het properste openbare toilet NIET het laatste in de rij is, maar wel het eerste, gevolgd door Jennifer Heylen in ‘De slimste mens ter wereld’ die de hoogste score OOIT behaalde (661sec), keek ik met mijn andere oog via TV Vlaanderen op mijn slimme telefoon en was ik getuige hoe onze Red Flames er 4 voorbij een grabbelende Zwitserse doelvrouw binnen vlamden. Proficiat!

Door het bekijken van het bij wijlen wervelende voetbal en het aanschouwen van de honger en de gretigheid van onze dames, en mede door het recentelijk neerstrijken op de camperplaats van een nogal sportieveling, trok ik rond de middag (we lunchen in Spanje maar om 15u) mijn stoute ‘loop’ schoenen aan om een uurtje rustig te joggen. Daags voordien was ik, gestimuleerd door Wout Van Aert, de bergen ingetrokken met mijn MTB (Mountainbike). Veel keuze om te fietsen hebben we hier niet. Door de strenge corona maatregelen hier in Spanje zijn we inzake verplaatsingen voorlopig nog tot 10 december beperkt tot de gemeentegrenzen van Rincon de la Victoria, de stad waar wij verblijven. Dit leidt tot absurde situaties: ons vlakbij gelegen warenhuis Mercadona ligt net in een andere gemeente zodat wij nu 3 km moeten stappen om onze inkopen te doen. Dat het hier menens is kon ik gisteren aan den lijve ondervinden: 4 politie controleposten ben ik tegengekomen, waarvan eentje zelfs met zwaarbewapende militairen die alle autoverkeer lieten stoppen.

Mijn fiets bracht me gisteren dus tot aan de geschatte stadsgrenzen. Dit op soms steile (>20%) geasfalteerde wegen, maar meestal op onverharde of grintwegen die na enkele honderden meters dan doodlopen op een huis, een drooggevallen beek, een groot ijzeren hekken of een omzoomde avocadoplantage. Zoeken naar het juiste pad kostte me zeker de helft van mijn 3 uur durende rijtijd. Maar dat was gisteren. Vandaag dus de looptraining. Ik keek nog even over mijn schouder naar mijn teerbeminde die al druk in de weer was om met haar culinaire gaven ervoor te zorgen dat ik terugkwam J. De hoek van de camperplaats om en ik liet mijn fiets de helling afglijden voorbij een groepje gemeente arbeiders die twee totaal vervallen krotten aan het dichtmetselen waren om zo te verhinderen dat daklozen er hun intrek zouden in nemen. De droge rivierbedding bracht me iets verder tot aan de oever van de Middellandse Zee. Een verlaten en perfect glad getrokken strand onder een straalblauwe hemel, enkele vissers en een handvol stappers op weg langs het  17 km lange pad richting Malaga. Hier ga ik rechtsaf, wind op kop, een stevige. Tijd om te stretchen. Belangrijk op mijn toch niet meer zo jonge leeftijd die me alsnog geen voorrang verleent op een corona vaccin. Terwijl ik daar zo alleen voor het oog van enkele schaarse toeristen heel mijn repertoire bovenhaalde aan stretchoefeningen die ik me nog herinnerde uit mijn lang vervlogen voetbalcarrière, vroeg ik mij af of mijn dochter, zoon en schoonzonen ook zo’n krampachtige en vreemde smoelen trekken wanneer ze opwarmen vooraleer ze daar in het verre West-Vlaanderen hun Strava activeren om dan afstanden en tijden neer te zetten die ik enkel en alleen maar kan evenaren met de … fiets.

Enfin, nu het echte werk. Vijf kilometer heen, vijf terug. Let wel: van Chiringuito (strandbar-restaurant) tot Chiringuito. Of zo’n 300 à 400 meter lopen om dan 100 meter te stappen. Kwestie van het vol te houden. Het ‘liep’ vlot, tot het jammer genoeg fout ‘ging’. Ik voelde ‘iets’ maar dacht bij mezelf ‘Ach, het is maar 100 meter meer tot aan de volgende bar/rustpunt’. Vijf meter verder een stekende pijn in mijn kuit als een elastiek die overspannen werd. En terwijl anderen, gelijkgestemden, zo soepel en probleemloos voorbijsnelden, nam ik plaats op een bankje onder het mom om van de zon en het uitzicht te genieten. De lange hinkende lijdensweg terug, MET mondmasker, want hier moeten wij overal een mondmasker dragen (tenzij bij het sporten maar dat was het nu natuurlijk niet meer), verliep niet meer langs de kustlijn maar door de achterstraatjes om alle meelijwekkende blikken te vermijden. Kom ik daar toch wel die sportieve sportieveling op zijn fiets tegen zeker… 

Tja, de tijd zal terug haar werk moeten doen. Maar wel geholpen door de culinaire medicijn van mijn vrouwtje dat klaarstond bij mijn terugkomst…

Ik kan tenslotte afsluiten zoals ik begonnen ben :

Ik zag dat het niet goed was (buiten het eerste half uur).